Accounts en contactpersonen
Deze pagina is bedoeld als lesmateriaal voor de gepersonaliseerde CRM training.
Overzicht
- Maak een account (bedrijf) aan
- Moederaccount en dochteraccount
- Maak een contactpersoon aan
- Bedrijven en contactpersonen toewijzen aan andere gebruikers
Maak een account of een ander record aan met snel maken.
In de webcliënt met -snel maken- een record aanmaken.
Vanuit het CRM voor Outlook lint.
Vanuit een weergave in CRM voor Outlook.
Vanuit een weergave in de Web-cliënt.
Moederaccounts en dochteraccounts gebruiken.
- Geschikt voor bijvoorbeeld een holding met werkmaatschappijen.
- Vanuit het moederaccount zijn de activiteiten en geschiedenis van de dochteraccounts zichtbaar.
- Als vanuit een account (A. Gegevens Maatschappij) een moederaccount (Litware NV) geselecteerd wordt, dan wordt het bedrijf (A. Gegevens Maatschappij) automatisch een dochteraccount.
Vanuit het onderliggende bedrijf.
Vanuit het bovenliggende bedrijf.
Een contactpersoon aanmaken in Dynamics CRM software
De activiteiten en geschiedenis van de contactpersonen zijn zichtbaar vanuit het bovenliggende bedrijf.
- Vanuit het CRM voor Outlook lint.
- Vanuit een contactpersonen weergave in de web-cliënt of CRM voor Outlook.
- Vanuit de gekoppelde weergave van een bedrijf. Indien vanuit een bedrijf een contactpersoon wordt aangemaakt, wordt o.a. het adres van het bedrijf overgenomen.
- Vanuit het dialoogvenster van een opzoekveld voor contactpersonen.
Vanuit het CRM voor Outlook lint.
Vanuit een contactpersonen weergave in CRM voor Outlook.
Vanuit de weergave contactpersonen van een bedrijf.
Indien vanuit een bedrijf een contactpersoon wordt aangemaakt, wordt o.a. het adres van het bedrijf overgenomen.
Vanuit het dialoogvenster van een opzoekveld voor contactpersonen.
Deactiveren en activeren van een record.
De meeste records in Microsoft Dynamics CRM kunnen de status actief of niet-actief hebben. Standaard hebben nieuwe records de status actief. Gedeactiveerde records kunnen niet gewijzigd worden en komen niet voor in opzoek schermen en het resultaat van snelzoeken. Niet-actieve records worden niet verwijderd t.b.v. rapportages en een aantal recordtypen kunnen weer geactiveerd worden. Voor een aantal typen records kan een reden van de status opgegeven worden.
Een taak sluiten.
U zou een record kunnen deactiveren als:
- Een contactpersoon voor een ander bedrijf is gaan werken.
- Een account de activiteiten gestaakt heeft.
- Als het account of contactpersoon dubbel aangemaakt is.
Een account deactiveren.
Een account, contactpersoon, taak of andere record toewijzen.
De drie methoden:
- Vanuit het formulier in het veld eigenaar een andere gebruiker selecteren.
- Vanuit het formulier in de menubalk toewijzen selecteren.
- Selecteer in een weergave één of meerdere records en klik op toewijzen.
Vanuit het formulier in het veld eigenaar een andere gebruiker selecteren of klik in de opdrachtbalk op toewijzen.
Selecteer in een weergave één of meerdere records en klik op toewijzen.
Accounts of contactpersonen samenvoegen.
- Het hoofdrecord krijgt alle gerelateerde records (notities, activiteiten, contactpersonen enz.) en het ondergeschikte record wordt gedeactiveerd.
- Selecteer de records en klik op samenvoegen.
- Selecteer het hoofdrecord en de velden die bewaard moeten worden.
Selecteer de records en klik op samenvoegen.
Selecteer het hoofdrecord en de velden die bewaard moeten worden.